Het huis aan de Sint-Michielsgestelseweg 1 in Vught werd door de eerste eigenaar naar zijn echtgenote Villa Amélie genoemd, en door latere bewoners omgedoopt tot Villa Leeuwenhof. Maar bij de meeste Vughtenaren staat het bekend als Villa Orelio. De Bossche operazanger Jos. Orelio (1854-1926) liet zijn kapitale buitenhuis bouwen in het jaar 1900. Op een braakliggend stuk grond, dat ooit bij het bezit van Kasteel Maurick hoorde. De huidige bewoonster mevrouw M. Tilman-Deelen bezit ansichtkaarten uit het begin van de twintigste eeuw waarop haar huis nog in volle glorie oprijst uit jonge aanplant. Nu gaat het deels verscholen achter weelderige bomengroei. Maar vanaf de oprijlaan aan de Sint-Michielsgestelseweg is het nog steeds indrukwekkend. Villa Orelio heeft met zijn torentje en neogotische en neorenaissance-versieringen veel weg van een sprookjeskasteel. Het was dan ook bedoeld om in de zomer de drukte van de stad te ontvluchten, zoals zoveel Vughtse landhuizen uit die tijd. "Het is eigenlijk een Belgisch chateau, zegt mevrouw Tilman, die met veel zorg het huis in stand houdt. Hoe de aannemer de villa precies gebouwd heeft, staat vast. Bij de 'huisstukken' zit namelijk het door de Bossche architect J. Aerden gemaakte 'Bestek en Voorwaarden waarnaar door den WelEdelen Heer JOS. M. ORELIO zal worden aanbesteed: Het bouwen van een Villa, aan den St. Michielsgestelschen Weg te Vucht, met de leverantie van alle materialen, arbeidslonen, transporten, enz.' Zeven (combinaties van) aannemers schreven erop in. De goedkoopste waren J. van Roosmalen en H. Hanssen. Zij namen het werk aan voor 21.898 gulden. Mevrouw Tilman woont sinds 1972 in het huis, haar ouders kochten het in 1952. "Het is een heerlijk huis, ook heel handig ingedeeld, met de hal in het midden en aan weerszijden kamers. De eerste verdieping heeft ook zo'n centrale gang van voor naar achter." Orelio liet zijn vrouw Amélie de eerste steen metselen aan de 'achterzijde'. Daar zat dus de voordeur. Voordat de auto zijn intrede deed konden de koetsen hun passagiers afzetten bij de deur en na een rondje om het huis het landgoed weer verlaten. Het voordeel van de centrale gang is dat je eens van voordeur kunt wisselen. Latere bewoners verplaatsten de hoofdingang dan ook naar de voorzijde, aan de weg. Maar nu is de voordeur weer achter. Het huis staat op een lichte verhoging in het landschap. De kelder blijft altijd droog. "Maar dat we droge voeten houden, hebben we ook te danken aan Prins Maurits. Die heeft hier in de omgeving bij zijn belegeringen van Den Bosch, in 1601 en 1603, veel sloten gegraven." Ook het interieur van Villa Orelio heeft de allure van een kasteel. De benedenvertrekken zijn ongeveer vijf meter hoog. Bijna overal zitten drie meter hoge dubbele deuren van walnotenhout. "Bij partijen gingen die deuren open. Orelio zal ze ook wel belangrijk hebben gevonden voor de akoestiek in het huis." De centrale gang heeft een marmeren vloer en een lambrisering van marmeren platen, met een geslepen bovenrand als versiering. "Als je dat nu zou moeten laten doen, is dat haast niet te betalen." Maar ook voor Orelio bleek achteraf die luxe te hoog gegrepen. Hij kende vele hoogtepunten maar raakte ten slotte aan lager wal. In 1911 moest hij bij gebrek aan inkomsten zijn buitenhuis verkopen. De voortekenen waren er al kort na het gereedkomen van de villa. Het verhaal gaat dat de arbeidslieden op een gegeven moment weleens geld wilden zien. Op een zondag kwamen ze daarom in hun beste pak vanuit Den Bosch naar Vught gelopen. Orelio ontving hen met koffie en veel cognac. Maar ze gingen aan het eind van de middag zonder geld weer naar huis. Orelio overleed in 1926 in armoedige omstandigheden. | 21 |